Alles uit HEM, door HEM en tot HEM

 

Goed en kwaad
Er is bijna geen Bijbels thema dat zoveel stof voor discussie of controverse oplevert als de uitspraak, dat alles uit God is.
Alles? Vergis je jezelf niet?, wordt er vaak gezegd, alles wat goed is, bedoel je natuurlijk.
Daarmee raken wij een punt aan, dat vaak onbesproken blijft. Weten wij werkelijk wel wat goed, of ook wat kwaad is?
Nu we het er toch over hebben: zijn goed en kwaad wel te herleiden tot morele zaken?
Het is misschien even schrikken om twee algemeen aanvaarde ‘waarheden’, dat ‘het goede uit God is’ en ‘het kwade van de satan is’, zo maar ter discussie te stellen. Wat is er nu logischer dan dat niet ‘alles uit God’ is, maar ‘alleen het goede’?
Wanneer wij goed en kwaad tot een moreel vraagstuk maken, keren wij ons, hoe vreemd het ook klinkt, af van Gods Woord en komen we terecht bij de filosofie van mensen – waarover God trouwens heel duidelijke uitspraken doet. Kol. 2:8; 3:21-23 Er zijn namelijk veel Schriftgedeelten waarin van God wordt gezegd, dat Hij kwaad doet, maar dat het toch altijd ten goede is.
Job kan hierover meepraten. Hij heeft ervaren dat kwaad van God komt.
Ook in het boek Prediker wordt dit gezegd. Prediker onderzocht in wijsheid alles wat gedaan wordt onder de hemelen.

Het is de ervaring van kwaad die God aan de zonen van Adam geeft, om hen daardoor te verootmoedigen
(Pred 1:13 – proeve van NCV)

Voor een mens die zich tegenover God wil verootmoedigen, kan de ervaring van kwaad tot opbouw zijn in het leven. Leren wij vaak niet het meest van onze fouten? Schenkt God niet hun die nederig of ootmoedig zijn genade Spr.3:34en weerstaat Hij niet diegenen die trots en hoogmoedig zijn? Spr. 8:13; 6:16-19
Om de morele of soms ook emotionele lading van het onderwerp goed en kwaad wat te verminderen, kunnen we misschien zeggen, dat kwaad op menselijk niveau gezien kan worden als tegenslag, en goed als voorspoed.
Vanuit dit stukje over goed en kwaad met de daarbij genoemde tekstverwijzingen, is er voor een oprechte zoeker naar waarheid veel om misschien nog eens te overdenken. Meer tekstverwijzingen hierover kunt u zo maar vinden in een eenvoudige Nederlandse concordantie.

Na dit uitstapje over goed en kwaad, gaan we terug naar het hoofdthema van dit artikel, dat ‘alles uit God is’. Rom. 11:36
De eerste opmerking die vaak gemaakt wordt is: en hoe zit het dan met onze vrije wil?
Het antwoord hierop volgt eigenlijk vanzelf, wanneer wij ons eerst verder gaan verdiepen in de uitspraak van Romeinen 11:36, dat ‘uit Hem en door Hem en tot Hem het al is’.1

1. De andere artikelen in deze UR gaan hier ook over, vanuit diverse invalshoeken en uitgangspunten, die de Schrift aangeeft.

In de tweede brief van de apostel Petrus, aan de uitgekozenen in het buitenland, die in de verstrooiing zijn, 1Petr.1:12:11schrijft hij over de kortzichtigheid van zijn volksgenoten:

want sinds de vaders ter ruste werden gelegd, zo blijft alles voortdurend vanaf het begin van de schepping. Want zij willen dit vergetend zijn, dat er van oudsher hemelen waren en aarde, samenhangend vanuit water en door water, door het woord van God, waardoor de wereld van toen, overstroomd wordend, door water verging. Maar nu worden de hemelen en de aarde, door hetzelfde woord opgespaard zijnde, tot vuur bewaard tot in de dag van beoordeling en van ondergang van de oneerbiedige mensen
(2Pet 3:4-7 – proeve van NCV)

Deze uitspraak geeft wel aan, dat de mening van een mens grotendeels bepaald wordt door wat hij waarneemt in de relatief korte tijdsduur van zijn leven. Een mens overziet niet wat God uitwerkt in de lange duur van de tijdperken vanuit het verleden doorgaand tot ver in de toekomst.
De Schrift noemt Gods handelen gedurende deze tijdperken Zijn ‘voornemen van de eonenEf. 3:11
Volgens een uitspraak van Prediker, heeft God de duisternis2 in het hart van de mensen gelegd. Pred. 3:11 Duisternis staat tegenover licht, waarover de apostel Paulus spreekt, wanneer hij een van zijn gebeden opschrijft:

2. ‘duisternis’ wordt vaak vertaald met ‘eeuw’.

Een mens kan de tijden niet overzien, waarin God Zijn voornemen uitwerkt. Dat is een deel van de betekenis waarover Prediker schrijft, over de duisternis in het hart van de mens.

Uit Hem en door Hem en tot Hem
Er zijn nogal wat uiteenlopende theorieën over de oorsprong van de schepping, die uit God is, zoals dat in de Schrift wordt bekendgemaakt.

‘Uit Hem en door Hem en tot Hem’, een korte samenvatting van oorsprong, zin en doel van alles, is het thema waar filosofen, schrijvers en wetenschappers al vele eeuwen lang het antwoord op willen weten. Wat is de oorsprong van alles? Waarom bestaan wij en wat is de zin en het doel van ons bestaan?
Miljarden en miljarden sommen geld worden hieraan besteed.

Veel kennis over het universum is er vergaard door de ruimtevaart en wetenschappelijk onderzoek. Veel praktische uitvindingen zijn hieruit tevoorschijn gekomen, zowel in de geneeskunde, als in dingen voor dagelijkse gebruik in ons persoonlijk leven, of voor het bedrijfsleven en de overheden in de wereld.
Ondanks alle ontdekkingen zijn de gestelde filosofische vragen nog niet beantwoord.
Nu is de Bijbel niet het boek dat op alle terreinen specialistisch is, zodat wij het als het handboek bij uitstek zouden kunnen gebruiken om alles te weten te komen over geschiedenis, geneeskunde, biologisch onderzoek en terreinen van wetenschap en samenleving. Kortom, de Bijbel is geen handleiding, waarin je kunt vinden, hoe je een raket moet bouwen, of hoe een computerprogramma werkt, of hoe een hersenoperatie moet worden uitgevoerd.
Wél is het zo dat de Schrift Gods openbaring is en laat zien of de conclusies en antwoorden op al die terreinen van menselijk onderzoek, leven, wetenschap en maatschappij er mee overeenstemmen of er juist mee in tegenspraak zijn.
Geloof is dan de leidraad om de openbaring van de enige en wijze God te aanvaarden. Of vertrouwen we of liever op menselijke theorieën en meningen?
Laten we eens onderzoeken wat de Schrift ons onthult over het gegeven dat alles uit Hem is.

Uit Hem
Het eerste deel van de alles omvattende uitspraak dat alles uit Hem en door Hem en tot in Hem is, gaat terug naar de oorsprong van alles wat bestaat.3 Met de eerste woorden van de Schrift wordt dit duidelijk gemaakt: ‘In begin schiep God de hemelen en de aarde.’

Van gelovigen wordt niet gevraagd om zonder nadenken de dogma’s te geloven, die (in het verleden, maar ook nog in het heden) door velen zonder tegenspraak worden aanvaard. Geloof mag juist logisch en verstandelijk zijn; kerkleer die niet in overeenstemming is met de waarheid van Gods Woord, moet worden onderzocht en getoetst aan de Schriften.
God kan worden gekend door Zijn daden: Zijn onzichtbare eigenschappen zijn zichtbaar in de schepping. Rom.1:19-20

De nog steeds heersende kerkelijke opvatting bijvoorbeeld, dat alles uit niets is geschapen, is niet logisch en ook niet verstandelijk te aanvaarden. De vraag is dan ook: waar komt deze leer vandaan?
Een onbegrepen tekst, die niet helemaal correct is vertaald, is de basis van deze leer. Bovendien stamt hij uit de tijd dat de oudste handschriften nog niet beschikbaar waren.
De tekst is te vinden in de brief aan de Hebreeën, hoofdstuk 11 vers 3. Het is een tekst die over geloof gaat.
De leer echter dat iets, of liever alles, uit niets is ontstaan, eist van het geloof, dat het iets moet geloven, dat niet in overeenstemming is met Gods Woord. Met ons verstand is het niet te begrijpen. Het is ook niet met de natuur en de schepping in overeenstemming.
De Herziene Statenvertaling vertaalt deze Hebreeen 11:3 als volgt:

Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is
(Heb 11:3 – HSV)

of :

Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare.
(Heb 11:3 – NBG51)

Gebaseerd op de oudste handschriften luidt de tekst in een proeve van concordant vertalen als volgt:

Door geloof bevatten wij dat de eonen aangepast zijn tot een uitspraak van God, zo, dat wat gezien wordt niet geworden is uit wat zichtbaar is.
(Heb 11:3 – proeve van NCV)
3. Het artikel ‘God schept’ in deze uitgave van UR gaat hier dieper op in.

Het belangrijkste verschil is wel, dat het niet gaat om het ‘tot stand brengen van de wereld’, maar om de aanpassing van de tijdperken, de eonen. De tijden werden aangepast vanwege het beheer van het geheimenis, dat door de apostel Paulus bekend gemaakt mocht worden, nadat Israël de Messias en het Koninkrijk had afgewezen.
Deze verharding van Israël, zal duren totdat de volheid der natiën zal binnengaan. Rom.11:25

De uitspraak uit Genesis 1:1‘In begin schiep God de hemelen en de aarde’, is een totaal ander thema, dan wat uit de leer van de kerkgeschiedenis naar voren is gekomen.
God hééft in de geschiedenis van de schepping van de hemelen en de aarde gesproken door de Eerstgeborene4 van heel de schepping, nadat God de hemelen en de aarde geschapen had. Toen zei Hij: ‘Laat er licht zijn.’ ‘Laat er atmosfeer zijn in het midden van de wateren.’ ‘Laat de wateren samenvloeien …’ ‘Laat het land groen worden.’ ‘Laat er lichten zijn in de atmosfeer van de hemelen.’
En zo spreekt God verder totdat Hij herhaalt, dat wat Hij allemaal gemaakt had zeer goed was. Gen. 1:31
Door het spreken van God wordt de bestaande materie in vorm en tot leven gebracht, nadat Hij het geschapen had.
Nu blijft nog de vraag open, waar materie dan vandaan komt.

4. ‘God spreekt’: God is geest, onhoorbaar, ontastbaar. Het is de Eerstgeborene van heel de schepping, Die in de vorm van God zijnde spreekt. (Fil.2:5)

De schepping is uit God, Hij heeft het voortgebracht, Hij is de bron van de schepping en van alles. De schepping is uit God, en niet uit niets!
Om dit te kunnen geloven, moeten wij leren wat het wezenlijke is van God. Wie is Hij? Welke eigenschappen zijn er van Hem bekend?
Hij is geest! Feit!5 Bovendien wordt van Hem geschreven, dat Hij licht is en liefde. Dan is het zo dat de schepping uit geest is.De schepping wordt veroorzaakt door Liefde, onthuld en zichtbaar gemaakt door Licht en komt voort uit de energie van Hem Die geest is.
Wanneer we geest mogen definiëren als ‘de onzichtbare, ontastbare kracht van alle leven, werking en verstand’, dan kunnen wij begrijpen, wat de oorsprong is van de schepping, en in geloof aannemen dat God de oorsprong is van alles. Dan is geloof geen sprong in het duister, maar het is God geloven omdat Hij geloofwaardig is en niet liegt. Tit. 1:2
We kunnen het wellicht zo samenvatten:

  • Het universum is geschapen uit God Zelf.
  • Het is de uitdrukking van Zijn geest en Zijn kracht en van de energie die in Hem is.
  • De geest van God is de goddelijke kracht die werkzaam is om Zijn onzichtbare en ontastbare kracht in zichtbare materie tot uitdrukking te brengen.

Wérkelijk alles is uit Hem.

5. God is (als) licht – 1Joh. 1:5; God is (als) liefde – 1Joh. 4:8,16; God ís geestJoh.4:24 [feit].

Door Hem
We komen nu bij het tweede deel van de tekst uit Romeinen 11:36: ‘uit Hem en door Hem en tot Hem is het al.’
Wanneer wij dit lezen, zal de lezer die de Schrift wat beter kent, aangeven, dat de uitdrukking ‘alles is geschapen door Hem en tot Hem’ ook van toepassing is op Christus, de Zoon van Gods liefde. Kol. 1:13-17
Het grote verschil tussen Kolossenzen 1:13-17, dat gaat over de Zoon van Gods liefde, en de tekst uit Romeinen 11:36, is, dat de Oorsprong anders is.
Zoals wij net gezien hebben, is álles, de hele schepping, uit God, maar in de tekst van Kolossenzen 1:16 staat dat álles in Hem (Christus) is geschapen.
Wij moeten ook vaststellen dat Christus, de Zoon van Gods liefde, de Eerstgeborene is van ieder schepsel. Hij maakt deel uit van de schepping en wel op zo’n bijzondere manier, dat Hij het Beeld is van de onzichtbare God.
De God, die geest is, onzichtbaar en ontastbaar, heeft Zich in Christus tot zichtbare uitdrukking gebracht. Bovendien heeft God in Christus, Die vóór alles is, het al geschapen, wat in de hemelen en wat op de aarde is, het zij zichtbaar, het zij onzichtbaar. Wat voor soort machten er ook zijn, het is in Hem geschapen, en alles heeft samenhang in Hem.
Misschien kunnen wij dit wat schematisch uitbeelden:

Uit Hem Door Hem Tot Hem
Het al is uit God.
Christus is de eerste
God schept het al
in Christus en door Christus
en tot Christus,
Die alles aan Hem onderschikt.

Dit stemt overeen met de Schrift, die over Christus spreekt als: Eerstgeborene van ieder schepsel en ook als Gods scheppende Oorsprong, Openb. 3:14 Die bovendien Gods voornemen van de tijden, het plan van de eonen, tot uitvoering brengt. Ef. 3:11
Kunnen wij dan een meer geruststellende en zekere gedachte koesteren, dat echt alles door God wordt uitgevoerd, en dat Hij alles heeft geschapen in de Zoon van Zijn liefde?

Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet spaarde, maar Hem overgeeft voor ons allen, hoe zal Hij niet, samen met Hem, ons alles in genade schenken?
(Rom 8:32 – Eig.Vert.)

Hierin wordt ons Gods liefde getoond. Door het lijden, het begraven worden en het sterven van Christus, en door Zijn opwekking en opstanding vanuit de doden wordt alles door Hem tot stand gebracht. Gods eigen Zoon wordt door God gebruikt als het grootste voorbeeld van Zijn liefde en opoffering om alles tot Zich te brengen.

Alles tot Hem
Zoals wij in de vorige paragraaf al gezien hebben, is Christus de Eerstgeborene (letterlijk: Eerst-gewordene) van heel de schepping, ‘Híj is vóór alles en het al heeft zijn samenhang in Hem.’ Kol. 1:15-17 Hij Zelf maakt deel uit van de schepping, maar wél als de Eerste in alles, én Hij, Christus, is Degene Die alles samenhang geeft.
God heeft Hem geschapen om Zichzelf zichtbaar, hoorbaar en tastbaar te maken aan heel de schepping, die Hij in Christus heeft geschapen.
Door Hem heeft God ook de tijdperken, de eonen, gemaakt. Heb. 1:2 Dit is een belangrijke geïnspireerde uitspraak, omdat God juist in de tijdperken Zijn voornemen uitvoert.
Omdat zelfs één tijdperk een mensenleven te boven gaat, is het onmogelijk voor een mens dit plan van God te kunnen overzien, laat staan bevatten. Dit nu is voor een mens de duisternis in zijn hart.
Waarom is de uitspraak over de eonen zo belangrijk?
Omdat God Zijn voornemen, of plan uitvoert in de eonen (zoals wij al eerder noemden op blz.16 bij ‘voornemen van de eonen.
En in Wie?
Juist! In Christus, in Wie ook alles geschapen is.
Wat wij hier ontdekken is een onthulling zo geweldig en zo duidelijk, dat – voor een ieder die van God, de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, een geest van wijsheid en onthulling ontvangen heeft – álles op de juiste plaats valt:

  • De Eerst-gewordene van heel de schepping, Die het Beeld is van de onzichtbare God, is door God aangesteld als Lotgenieter van alles.
  • Hij, Die de afstraling is van Gods heerlijkheid en de Uitdrukking van Gods karakter,1:3 was ook de baby in de kribbe van Bethlehem.
  • Hij, de Gehangene aan een hout op Golgotha, werd voor en door de wet de Vervloekte, en
  • Hij Die geen zonde kende, werd voor ons die niet onder de wet zijn, tot Zonde en zondoffer gemaakt, opdat wij zouden zijn Gods gerechtigheid in Hem.

Dit is niet het einde van de geschiedenis van de Zoon van Gods liefde. Nee, eigenlijk is dit pas het begin. God heeft de Christus opgewekt vanuit de doden. Hij is opgestaan en levend gemaakt en gezet aan Gods rechter(hand) om heel Gods voornemen van de eonen tot voltooiing te brengen.

Wanneer wij nu het schema van bladzijde 21 nog eens tevoorschijn halen, kunnen wij dit nu nog wat verder uitwerken.

Uit Hem Door Hem Tot Hem
Het al is uit God.
Christus is de eerste
God schept het al
in Christus en door Christus
en tot Christus,
Die alles aan Hem onderschikt.

UIT God, Die Alles in Zichzelf was, komt alles voort:

CHRISTUS, Die vóór alles is, Die:

  • de Eerst-gewordene van héél de schepping is,

IN Wie alles geschapen is,

  • in Wie alles samenhang heeft,
  • in Wie de eonen, de tijdperken, gemaakt zijn.

DOOR Wie God Zijn voornemen van de eonen uitvoert;

  • Die de Gestorvene is, meer nog, de Opgestane,
  • Die het Hoofd is van de uitgeroepen gemeente
  • Die de koning zal zijn op de troon van David
  • Die de hoogste is van allen van de hemelen

TOT Wie alles zal zijn, omdat God Zich voornam, in het geheimenis van Gods wil, om alles in Hem te laten culmineren, wat in de hemelen en wat op de aarde is Ef. 1:9-10

  • aan Wie God alles onderschikt, met uitzondering van God Zelf, om alles wat aan Christus onderschikt is

TOT God te brengen, de Zoon Zelf daarbij inbegrepen!1Cor. 15:28

Zo is in een kort overzicht beschreven, hoe de geschiedenis en de toekomst van het universum er uitzien.
Toen God Alles in Zichzelf was, heeft Hij alles uit geest tot stand gebracht in de Eerstgeborene van heel de schepping. Deze, Zijn Eniggeboren Zoon, brengt heel die schepping tot God terug, vervuld met kennis van goed en kwaad, en vervuld met de alles te boven gaande liefde van Christus en van God.

Nu klinkt dit natuurlijk wel erg gemakkelijk, maar wanneer u, lezer van dit artikel, zelf op ontdekkingsreis gaat in de Schrift, zal dat niet zonder heerlijke vrucht blijven.
Net zoals vroegere ontdekkingsreizigers in de nog bijna oningevulde wereldkaart steeds verder de witte vlakken konden intekenen, zo zullen de onderzoeker van de Schrift de vele vragen die er zijn, voor een groot deel, stukje bij stukje, kunnen beantwoorden.
Uiteindelijk zal dit inzicht in de Schrift, en het overzicht en uitzicht dat de Schrift ons te bieden heeft, ook ons leven rijk maken.
Gods gerechtigheid wordt onthuld in het evangelie van genade. Het woord van de verzoening wordt als bediening in ons gelegd en de redding van alle mensen en hemelse machten wordt in de voltooiing van Gods voornemen werkelijkheid, zodat de God, Die Alles in Zichzelf was vóór de schepping, Alles in allen zal zijn, 1Cor. 15:22-28 wanneer Zijn werk voltooid is.

Job 26:13 – de slang, Gods creatie

Job 26:13 – de slang, Gods creatie

 

Door zijn geest werden de hemelen versierd, zijn hand leed barensweeën om de snelle Slang.

Job spreekt hier over de creatie van de sterrenhemel. In de sterrenbeelden speelt ‘de Slang’ een grote rol. Naast ‘de Slang’ is daar ‘de Slangenhouder’, een sterrenbeeld dat verwant is aan het esculaap-teken: de verhoogde Slang.  Naast ‘de Slangenhouder’ is daar het sterrenbeeld ‘Hercules’ (=de sterke!), wiens hiel is opgeheven, maar niettemin de driekoppige slang overwint. De mensheid is sinds mensenheugenis vertrouwd met deze ‘afbeeldingen’ aan de hemel. Het spreekt allemaal van Hem die de kop van de Slang zou vermorzelen. Jazeker, het Evangelie staat in de sterren geschreven (Ps.19:2)!

De Slang is een uitbeelding van Gods tegenstander. Maar vergis u niet: GODS hand bracht de Slang voort (vergl. Gen.3:1). Sommige vertalingen spreken hier van ‘geschapen’,  weer anderen van ‘doorboord’ maar letterlijk gaat het over ‘barensweeën’. Is dat niet wonderlijk? GODS hand bracht de Slang voort, maar leed daarbij geboortepijnen. GOD wist wat de creatie van dit schepsel zou teweeg brengen. Maar het moest, het was noodzakelijk kwaad.

De creatie van de Slang was geen misser. GODS hand bracht hem voort – hoe pijnlijk ook. Maar GOD weet wat Hij doet. Nooit gaat er bij Hem iets mis.

de Bijbel, verkrachting en Pauw

In het TV-programma Pauw (3 november 2015) mocht de Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst zijn boek ‘Bloedboek’ promoten. Wat een onbegrip en gemeenheid kwam tijdens dit ruim tien minuten durende gesprek voorbij! Waarbij ik het onbeschofte taalgebruik van Verhulst (Erica Terpstra die ook aan tafel zat, geneerde zich zichtbaar) maar laat voor wat het is.

Zo begon Verhulst het gesprek met de bewering dat de Bijbel de raadgeving bevat hoe je een krijgsgevangen vrouw moet verkrachten. Dit is onzinnige laster. Verhulst refereert aan de bepaling in Deut.21:10-14, waar juist een voorschrift gegeven wordt om een krijgsgevangen vrouw te beschermen. Als een man verliefd werd op een krijgsgevangen vrouw en haar wilde trouwen, dan zou deze vrouw met rust gelaten dienen te worden om haar de gelegenheid te geven “haar vader en moeder een volle maand te bewenen”. D.w.z. ze kreeg de tijd om met de gebruikelijke rouwrituelen (kaalscheren, kleed afleggen) afscheid te nemen van haar vroegere leven. Vervolgens was het aan de man om deze vrouw al of niet te huwen. Let op: te huwen, d.w.z. deze vrouw behoorde hem in dat geval levenslang toe en hij had voor haar altijd de zorgplicht. Verhulst insinueert daarentegen dat de man met deze vrouw vervolgens kon doen wat hij maar wilde en als zij niet beviel haar kon wegsturen. “Dat is dus verkrachting”, aldus Verhulst. En de immer ‘scherpe’ Jeroen Pauw die zichtbaar genoot van de aantijgingen, bevestigde dit kritiekloos met de woorden “ja, want daar gaat het over”. Wat een onkunde en onbegrip spreekt hier! Inderdaad, de Hebreeuwse man kon na de maand rouwtijd van de vrouw, besluiten de vrouw niet te huwen en dan mocht ze gaan waarheen ze wilde. Maar de man mocht in geen geval deze vrouw dan als slavin behandelen en haar verkopen. Kortom, de hele strekking van deze wetgeving is om de krijgsgevangen vrouw te beschermen en haar rechten te verlenen. Precies het tegendeel van wat Dimitri Verhulst juist beweerde. Met verkrachting heeft het dus niets te maken of het zou moeten slaan op wat Dimitri Verhulst de Bijbel aandoet.

Dan komt Jeroen Pauw met een citaat uit het boek van Verhulst waarin deze een ‘vertaling’ geeft van Deut.25:11,12. In deze passage treffen we een wet op de bescherming van een man en zijn mannelijkheid. Als twee mannen vochten en de vrouw van de ene man zou ter verdediging het geslachtsdeel van de andere man vastgrijpen, dan zou haar hand zonder pardon worden afgehakt. Dat is een zeer strenge maatregel, inderdaad, maar wat Verhulst ervan bakt in zijn ‘vertaling’ lijkt helemaal nergens naar. In zijn versie spreekt hij over een vrouw die zou bijten in het geslachtsdeel van de andere man, en dan onthoofd zou worden of dat haar gebit met vuist of stok zou worden kapot gemaakt. Dat is van het begin tot het einde ontsproten aan de duistere fantasie van Verhulst zelf! Van bijten is geen sprake, van onthoofding niet, noch van een vuist of stok en evenmin van het molesteren van het gebit.

Dan weet Verhulst tussen neus en lippen ook nog te melden dat als iemand zijn slaaf zou doodslaan, deze niet behoeft te worden gestraft. Hij refereert daarmee aan Ex.21:20, waar nota bene precies het tegendeel staat.

20 Wanneer iemand zijn slaaf of zijn slavin met een stok slaat,
zodat deze onder zijn hand sterft,
zal deze ZEKER gewroken worden
.
21 Indien hij echter één dag of twee dagen staande blijft,
zal hij niet gewroken worden, want het is zijn eigen geld.

Het is tenenkrommend hoe tijdens deze uitzending pure onkunde werd gedebiteerd en de Bijbel werd bespot zonder dat iemand het opnam voor de feiten. Verblind als Verhulst is door zijn vooroordelen, wist hij ook nog te melden dat de God van het Oude Testament geen liefde en vergevingsgezindheid zou kennen. Hoeveel passages moet hij dan niet hebben overgeslagen of uit zijn Bijbel hebben gescheurd?! Heeft hij nooit Ex.34:7; Ps.130:3,4; Ps.145:8-10; Micha 7:18 en letterlijk honderden (!!) andere teksten gelezen? Dat is prima, maar laat hij zich dan van oordeel onthouden. Het is waar, het Oude Testament heeft een voorlopig karakter en is slechts een schaduw van wat komen zou (Hebr.10:1). Maar dat geeft Verhulst niet het recht om beschuldigingen uit z’n duim te zuigen.

Dat de Bijbel geen vergevingsgezindheid zou kennen baseert hij op de tekst dat kinderen tot in het vierde geslacht zouden moeten boeten voor de fouten van hun ouders. Weer zo’n demonstratie van hopeloos onbegrip. Want dit stáát er niet. Hij refereert aan (o.a.) Ex.20:5 waar we lezen dat God de ongerechtigheid van de vaderen bezoekt aan het derde en vierde geslacht van hen die Hem haten. Maar het idee daar is juist dat God geduldig is en alleen als de ongerechtigheid aanhoudt, pas in de derde of vierde generatie zal optreden. Dat was ook de reden waarom Israël honderden jaren moest wachten om het beloofde land in bezit te nemen. Want eerder zou namelijk de maat van de ongerechtigheid van de Amorieten niet vol zijn (Gen.15:16). De werkelijke strekking is ook hier tegengesteld aan de insinuatie van Verhulst.

Dit commentaar schrijf ik niet voor atheïsten als Pauw die toch al ‘weet’ wat er in de Bijbel staat. Vermoedelijk maken zijn vooroordelen hem totaal ontoegankelijk voor deze overwegingen. Deze blog is bedoeld voor mensen die de uitzending hebben gezien en menen dat Dimitri Verhulst, afgezien van zijn taalgebruik, ‘toch wel een punt heeft’. En die zich wellicht afvragen wat ze moeten denken van diens beschuldigingen aan het adres van de Bijbel. Hopelijk dat ik in een paar alinea’s duidelijk heb kunnen maken dat Verhulst gedreven wordt door blinde haat tegen de Bijbel, haar belastert en onbeschaamd haar teksten verkracht.

Bron: goedbericht.nl